De Wet franchise ligt bij de Eerste Kamer

Franchise is een samenwerkingsvorm tussen juridisch en financieel zelfstandige en onafhankelijke ondernemingen. Franchise zal erkenning gaan krijgen als samenwerkingsvorm in het Burgerlijk Wetboek door middel van een geheel nieuwe wet: De Wet franchise.

Deze wet komt ter vervanging van de Nederlandse Franchise Code. Zelfregulering bleek niet te werken en er is behoefte aan wettelijke verankering. Middels deze nieuwe wet zal recht worden gedaan aan de belangen en verhoudingen tussen de franchisegever en franchisenemer, met name van de laatste.

Een franchisenemer draagt het ondernemersrisico bij het exploiteren van de franchiseformule, maar profiteert daartegenover wel van het succes van de formule. De franchisegever is degene die over de franchiseformule beslist, waardoor de franchisenemer afhankelijk is van de franchisegever.
De nieuwe wet zal ervoor zorgen dat de informatiepositie van de franchisenemer in de (pre-)contractuele fase wordt versterkt. Dit zou moeten leiden tot eerlijker ondernemen met elkaar en eerlijk samenwerken. Onbehoorlijke handelspraktijken moeten daarmee voorkomen worden die de franchisenemer financieel schaadt. Gedacht kan worden aan het openen van een webwinkel.

Het ingediend wetsvoorstel benadrukt vier onderwerpen om de belangen van de franchisenemer en franchisegever meer in balans te brengen:

  1. De uitwisseling van informatie in de (pre-)contractuele fase.
    Partijen dienen elkaar alle financiële informatie te verschaffen die van belang is, zodat de franchisenemer een weloverwogen beslissing kan maken. Van de franchisegever zal meer worden verwacht dan nu vaak het geval blijkt. Bovendien zal er een bedenktermijn van 4 weken gelden. De bedenktermijn kan door de franchisenemer worden gebruikt om zich te laten adviseren door een externe adviseur.
  2. De tussentijdse wijziging van een lopende franchiseovereenkomst.
    De wijziging moet tijdig bij de franchisenemer worden gemeld.
  3. Het overleg tussen partijen.
    De franchisenemer zal een instemmingsrecht hebben bij tussentijdse wijziging in de formule met ingrijpende consequenties. De franchisegever is dan verplicht het overleg aan te gaan met en instemming te vragen van de individuele franchisenemers. Bij aanwezigheid van een franchisenemersraad moet tweederde instemmen met de wijziging.
  4. De beëindiging van de samenwerking.
    Als de franchisenemer niet tijdig is ingelicht over bepaalde onderwerpen, dan kan de overeenkomst vernietigd worden. De franchisegever zal een vergoeding van goodwill verschuldigd zijn aan de franchisenemer. De goodwill moet van tevoren in de overeenkomst worden bepaald. Indien er een concurrentiebeding is overeengekomen, dan geldt deze niet langer dan één jaar met een geografische beperking van het gebied waarin de franchisenemer werkzaam was. Daarnaast mag de franchisenemer niet gedwongen worden om de onderneming tegen ongunstige voorwaarden te verkopen.

Verder zal wettelijk geregeld worden dat partijen een zorgplicht hebben tegenover elkaar. Zij dienen zich als goed franchisenemer en franchisegever te gedragen en rekening te houden met elkaars positie en belangen. Afwijken van de wet ten nadele van de franchisenemer is niet mogelijk.

Uiteindelijk zal de wet meer transparantie moeten bieden en ook meer inspraak. Het wetsvoorstel is inmiddels goedgekeurd door de Tweede Kamer en wordt nu voorgelegd aan de Eerst Kamer.

Wilt u meer informatie, neem dan contact op met Lorraine Mordaunt: mordaunt@pactadvocaten.nl / 020 303 30 92 / 06 362 665 22.

Door: Lorraine Mordaunt
Foto: Flickr