Rapportageverplichting CO2-uitstoot van werkgerelateerde reizigerskilometers
Door Nishant Bekaroe
Inleiding
Na een lange reeks van (inter)nationale klimaatwetgeving wil het kabinet een concrete norm stellen om de (Europese en internationale) klimaatdoelstellingen te halen. De voorgestelde norm is een rapportageplicht voor werkgevers met 100 of meer werknemers (hierna: ‘werkgever’) over de CO2-emissie van werknemers. Uit het rapport moet blijken of deze CO2-emissie onder een vastgestelde emissiegrenswaarde blijft. Het huidige kabinet wil stapsgewijs naar een emissiegrenswaarde van 0 gram CO2-emissie per reizigerskilometer van werknemers in 2050.
Rapportageplicht: procedure en inhoud
De insteek is dat een werkgever jaarlijks uiterlijk op 30 juni het rapport aanlevert. Het gaat hier om werknemers die voor minimaal 20 uur per maand in dienst zijn. In het rapport moeten onder andere het aantal werknemers, de gebruikte reisvormen, de gebruikte brandstof of voeding per reisvorm en het aantal reizigerskilometers worden vermeld. Een aantal bijzondere reisvormen is uitgezonderd van de rapportageplicht, waaronder het reizen per vliegtuig of goederentransport. Het niet of onvolledig voldoen aan de rapportageverplichting kan tot een bestuurlijk sanctie leiden in de vorm van een last onder dwangsom.
Het eerste rapport over kalenderjaar 2023 moet uiterlijk op 30 juni 2024 worden aangeleverd. De werkgever kan op vrijwillige basis rapporteren over het kalenderjaar 2022.
Bijkomstigheid: verwerkingsplicht
Om te voldoen aan de rapportageplicht moeten werkgevers persoonsgegevens verwerken conform de privacywetgeving. In het kader van de rapportageplicht wordt gevraagd om een verzameling van gegevens aan te leveren die niet tot individuele personen te herleiden zijn, zodat geen persoonsgegevens worden verstrekt.
Onderscheid woon-werkverkeer en zakelijk verkeer
Tussen woon-werkverkeer en zakelijk verkeer wordt onderscheid gemaakt bij het rapporteren. Bij zakelijk verkeer gaat het om reizen van een werknemer in het kader van de dienstbetrekking, met uitzondering van woon-werkverkeer. Het onderscheid tussen woon-werkverkeer en zakelijk verkeer is van belang bij de berekening van de CO2-emissie per werkgever.
Emissiegrenswaarde en berekening CO2-emissie per werkgever
Het kabinet wil stapsgewijs naar een emissiegrenswaarde in kalenderjaargemiddelde van 0 gram CO2-emissie per reizigerskilometer van werknemers in 2050 voor zowel woon-werkmobiliteit als zakelijke mobiliteit. Vanaf 1 januari 2026 geldt voor de zakelijke mobiliteit een emissiegrenswaarde in kalenderjaargemiddelde van 96 gram per reizigerskilometer. Om te voldoen aan deze emissiegrenswaarde moet de emissie door zakelijke mobiliteit niet hoger zijn dan 96 gram vermenigvuldigd met het aantal zakelijke reizigerskilometers uit het rapport. Dit cijfer wordt vergeleken met de totale CO2-emissie van de werknemers, die aan de hand van het aangeleverde rapport wordt berekend door een elektronische voorziening.
Voorbeeld: werknemers hebben in 2023 gezamenlijk 25.000 zakelijke reizigerskilometers afgelegd. Volgens de berekening van de elektronische voorziening volgt hieruit een totale CO2-emissie van 2.875.000 gram. De emissiegrenswaarde vermenigvuldigd met het aantal zakelijke reizigerskilometers van alle werknemers levert een totale CO2-emissie op van 2.400.000 gram (25.000 x 96 gram). Om in 2026 te voldoen aan de emissiegrenswaarde moet de werkgever de CO2-emissie uit zakelijk werkverkeer terugdringen met 475.000 gram.
Voor de woon-werkmobiliteit wil het kabinet in ieder geval tot 2030 geen afdwingbare emissiegrenswaarde vaststellen. Het kabinet heeft op dit moment te weinig data om hiervoor een emissiegrenswaarde vast te stellen en wil ook rekening houden met de inbreuk op de privésfeer van werknemers. De rapportageplicht geldt dus voor beide mobiliteiten, terwijl de emissiegrenswaarde uitsluitend voor de zakelijke mobiliteit zal gelden.
Versoepelde emissiegrenswaarde: maatwerk
De emissiegrenswaarde kan in specifieke gemeentes door maatwerk worden versoepeld voor een werkgever die gevestigd is in de betreffende gemeente. Er kan uitsluitend worden afgeweken van de emissiegrenswaarde. Hierdoor is bijvoorbeeld maatwerk over de gebruikte reisvormen niet mogelijk. Het is nog afwachten hoe gemeentes hiermee om zullen gaan.
Als u verwacht dat de rapportageplicht voor u gaat gelden, dan is het raadzaam om u alvast daarop voor te bereiden. Het vrijwillige rapport over kalenderjaar 2022 is daarvoor een goede gelegenheid. De uiterste datum om het vrijwillige rapport aan te leveren is 30 juli 2023. Het vrijwillige rapport laat u wennen aan de procedure, maar geeft ook inzichten over de CO2-emissie van uw werknemers. Hiermee kunt u anticiperen op verduurzamingsmaatregelen in aanloop naar 2026 of een verzoek om maatwerk voorbereiden. Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Lorraine Mordaunt (mordaunt@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 362 665 22), Alf Bungener (bungener@pactadvocaten.nl), tel. 06 – 10 410 559) of Martijn Burgers (burgers@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 11 388 527).