Wijziging ketenregeling per 1 juli 2015
Eén van de wijzigingen van het arbeidsrecht als gevolg van de invoering van de Wet Werk en Zekerheid (“WWZ”) per 1 juli 2015 is de wijziging van de ketenregeling . Deze is erop gericht het aantal contracten dat voor bepaalde tijd kan worden aangegaan te beperken. De wijziging heeft forse consequenties doordat het een verdere beperking oplegt aan de mogelijkheden om contracten voor bepaalde tijd te sluiten.
Het huidige recht
Onder het huidige recht kunnen maximaal drie contracten voor bepaalde tijd worden aangegaan in een periode van 36 maanden. Indien een vierde contract voor bepaalde tijd wordt aangegaan of indien de totale duur van twee contracten de 36 maanden overschrijden, dan hebben dergelijke contracten (het laatste contract) te gelden als aangegaan voor onbepaalde tijd. De telling begint opnieuw als een onderbreking van meer dan drie maanden tussen twee contracten voor bepaalde tijd zit. Bij cao is het mogelijk een afwijkende regeling af te spreken. In de praktijk gebeurde dit vrij vaak. Voorts is van belang dat contracten bij voormalige werkgevers soms meetellen in de telling van het aantal contracten, het zogenoemde opvolgend werkgeverschap. Om te bepalen of er sprake is van opvolgend werkgeverschap weegt mee dat de nieuwe werkgever voldoende inzicht zal moeten hebben in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer.
Het nieuwe recht
Met de WWZ wordt een striktere beperking opgelegd ten aanzien van de mogelijkheden om contracten voor bepaalde tijd te sluiten. Nog steeds is het mogelijk maximaal drie contracten voor bepaalde tijd te sluiten. Echter, de periode waarin dit mogelijk is, wordt beperkt tot 24 maanden (en niet meer de thans geldende 36 maanden). Dus indien tweemaal een contract voor de duur van een jaar wordt gesloten, zal het tweede contract gelden als het laatste contract dat van rechtswege eindigt vanwege het verstrijken van bepaalde tijd.
Voorts wordt de periode vergroot die ertoe leidt dat een telling van het aantal contracten voor bepaalde tijd opnieuw begint. Vanaf 1 juli 2015 zal de telling pas opnieuw beginnen als een onderbreking van meer dan zes maanden tussen twee contracten voor bepaalde tijd zit. Wat betreft het opvolgend werkgeverschap wordt niet langer alleen aangesloten bij het punt dat de nieuwe werkgever voldoende inzicht zal moeten hebben in de hoedanigheid en geschiktheid van de werknemer. ‘Redelijkheid’ is de nieuwe, lagere drempel waaraan voor opvolgend werkgeverschap hoeft te worden voldaan. Kortom, er zal eerder sprake kunnen zijn van opvolgend werkgeverschap en dus ook eerder van een contract voor onbepaalde tijd, doordat sprake is van opvolgend werkgeverschap.
Cao-afwijkingen in het nieuwe recht
Voorts worden de mogelijkheden om af te wijken van de wettelijke ketenregeling bij cao meer beperkt per 1 juli 2015. De periode van twee jaar kan bij cao op maximaal vier jaar worden gesteld, maar dit geldt alleen indien sprake is van (1) uitzendovereenkomsten, en (2), indien voor bij de cao aan te wijzen functies of groepen van functies de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering de afwijking van de ketenregeling rechtvaardigt.
Ook kan bij cao een afwijking worden gerealiseerd ten aanzien van opvolgend werkgeverschap, maar dit geldt alleen voor door de minister aan te wijzen functies in een bepaalde bedrijfstak, waarin bij uitsluiting met tijdelijke contracten werkzaamheden kunnen worden verricht en waarvoor de andere, hiervoor genoemde afwijkingsmogelijkheden, niet tot een oplossing leiden.
Overgangsrecht
De datum van 1 juli 2015 is bepalend voor het antwoord op de vraag of een situatie onder het oude of nieuwe recht valt. Contracten die op of na 1 juli 2015 worden aangegaan, vallen onder het nieuwe recht.
Als bijvoorbeeld op of na 1 juli 2015 binnen zes maanden na afloop van een tijdelijk contract – dus ook een tijdelijk contract dat afliep voor 1 juli 2015 – een nieuw tijdelijk contract wordt gesloten, dan is op de keten de nieuwe regeling van toepassing. Als echter in die keten voor 1 juli 2015 al een opvolging was van tijdelijke contracten, dan blijft voor dat deel van de keten de oude regeling gelden, met ook de termijn van meer dan drie maanden die ertoe leidt dat ergens in de keten opnieuw geteld kan gaan worden.
Voorts blijft het oude recht voor de duur van maximaal 1 jaar (tot en met 30 juni 2016) gelden in het geval op 1 juli 2015 sprake is van een geldende collectieve arbeidsovereenkomst waarin de oude ketenregeling van toepassing is verklaard of waarin een van de oude ketenregeling afwijkende regeling is opgenomen. Kortom, op cao’s met bepalingen over de ketenregeling die gelding
hebben op 1 juli 2015 kan nog een beroep worden gedaan tot uiterlijk 30 juni 2016.
Slot
Werkgevers zullen rekening moeten houden met het voorgaande. Bij de intentie om nogmaals een contract voor bepaalde tijd te verlengen is van belang in kaart moeten brengen welke gevolgen de nieuwe regeling heeft als deze intentie wordt gevolgd. Zo kan worden voorkomen dat ongewild een contract voor onbepaalde tijd is ontstaan.
Als u vragen heeft over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Alf Bungener (bungener@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 10 410 559) of Martijn Burgers (burgers@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 11 388 527).