Opnieuw uitstel voor vervanging en handhaving Wet DBA

De regering is al jarenlang bezig met pogingen regels te ontwikkelen voor zelfstandigen en opdrachtgevers. Per mei 2016 is het regime van de VAR-verklaringen vervangen door te gaan werken met zogenoemde modelovereenkomsten op basis van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA). De regering heeft echter ingezien dat de Wet DBA niet de duidelijkheid en rust heeft gebracht die ermee was beoogd. Oplossingen komen er vooralsnog niet en de Tweede Kamer heeft de regering daarom met twee moties verzocht sneller te handelen.

Opnieuw uitstel

De staatsecretaris van financiën heeft in een brief van 9 februari 2018 gereageerd op dit verzoek. De insteek is nu dat per 1 januari 2020 maatregelen worden ingevoerd. Hierbij wordt aangegeven dat het complex is en dat het gaat om aanpassingen van het arbeidsrecht, het fiscale recht en het sociale zekerheidsrecht. Het doel is voor het zomerreces de Tweede Kamer in hoofdlijnen in te lichten over de maatregelen. Dan zal ook aandacht worden besteed aan het criterium van de ‘gezagsverhouding’, een kernelement van de arbeidsovereenkomst en veelal bepalend voor het antwoord op de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een opdrachtovereenkomst. Ook is het doel om in 2018 een concreet wetsvoorstel te hebben.

Wijzigingen voor de komende periode

De onzekerheid in de praktijk blijft bestaan. Momenteel blijft de Wet DBA gelden. Door de onzekerheid is wel al eerder besloten om de handhaving van de Wet DBA op te schorten tot 1 juli 2018. In de brief van 9 februari 2018 meldt de staatssecretaris dat die opschorting nog wordt verlengd tot 1 januari 2020.

Er is wel enige vorm van handhaving, namelijk gericht op de ‘ernstigste gevallen van kwaadwillenden’. Die handhaving blijft doorgaan en wordt iets uitgebreid door niet alleen de handhaving te richten op de ernstigste gevallen, maar per 1 juli 2018 ook bij andere kwaadwillenden die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laten ontstaan of voortbestaan.

De Belastingdienst zal handhaving daarom per 1 juli 2018 kunnen inzetten via de reguliere controles van loonheffingen als kan worden bewezen dat (1) er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking, (2) er sprake is van evidente schijnzelfstandigheid en (3) er sprake is van opzettelijke schijnzelfstandigheid. De belastingdienst dient aan te tonen dat aan alle drie dient is voldaan voordat handhaving aan de orde is. Hierdoor is het de vraag of de uitbreiding van de handhaving veel zal veranderen, want het zal niet eenvoudig zijn om de drie criteria daadwerkelijk aan te tonen.

Hoe verder

Alhoewel duidelijk is dat handhaving weer is opgeschort blijft het van belang om de Wet DBA te volgen als u zelfstandigen wenst in te zetten. Partijen zullen vooralsnog moeten blijven werken met de vooraf goedgekeurde modelovereenkomsten. Zie hierover ook onze eerdere blog: https://pactadvocaten.nl/arbeidsrecht/de-var-verklaring-verdwijnt-per-1-mei-2016/

Voor het overige blijft het afwachten of het de regering na jaren eindelijk gaat lukken om meer duidelijkheid te creëren met nieuwe concrete regelgeving. Daarover houden wij u op de hoogte.

Als u vragen heeft over dit onderwerp of assistentie nodig heeft voor het opstellen van een modelovereenkomst, dan kunt u contact opnemen met Alf Bungener (bungener@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 10 410 559) of Martijn Burgers (burgers@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 11 388 527).