De statutair bestuurder en het nieuwe arbeidsrecht (WWZ)

Per 1 januari 2015 zijn de eerste wijzigingen in het arbeidsrecht doorgevoerd ten gevolge van de Wet werk en zekerheid (WWZ). Deze wet introduceert een aanzegplicht voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, een vergaande beperking van de mogelijkheid concurrentiebedingen en relatiebedingen op te nemen in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, een beperking tot gebruikmaking van een proeftijdbeding en een wijziging ten aanzien van geen arbeid – geen loon (omkering bewijslast vooral relevant voor  nul-urencontracten). Voor de bestuurder met een arbeidsovereenkomst gelden deze wijzigingen onverkort.

Indien een bestuurder op basis van een arbeidsovereenkomst werkt (let op: onder omstandigheden kan een managementovereenkomst ook als arbeidsovereenkomst kwalificeren), dan zijn van deze vier WWZ-onderwerpen doorgaans alleen die van de aanzegplicht en het concurrentie/relatiebeding relevant.

aanzegplicht bestuurder

Bestuurders met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die voor langer dan zes maanden worden aangegaan, moeten worden aangezegd. Dat houdt in dat de werkgever dient te vermelden of de arbeidsovereenkomst al dan niet wordt verlengd na het einde van rechtswege. De aanzegging dient schriftelijk te gebeuren. Als wordt voortgezet, moet ook worden vermeld onder welke (arbeids)voorwaarden dat geschiedt. Er geldt een aanzegtermijn van een maand. Indien niet of niet tijdig wordt aangezegd, is de werkgever – ook bij verlenging – een boete verschuldigd. De boete bedraagt maximaal een maandsalaris en wordt in geval van te late aanzegging pro rato berekend over de duur van de vertraging. Een werknemer/bestuurder dient binnen twee maanden aanspraak te maken op de boete. Dit op straffe van verval van het recht op die boete.

concurrentie/relatiebeding bestuurder

Een bestuurder heeft een dubbele rechtsbetrekking met de onderneming: een rechtspersoonrechtelijke aanstelling als bestuurder (o.g.v. boek 2 BW) en een arbeidsrechtelijke relatie (o.g.v. boek 7 BW). Governanceregels schrijven voor dat een bestuurder voor bepaalde tijd rechtspersoonlijk aangesteld wordt. Het is doorgaans praktisch de tijdelijke aanstelling te combineren met een arbeidsovereenkomst voor dezelfde duur. Dat leidt ertoe dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt aangegaan. Het uitgangspunt is dan dat er geen concurrentie/relatiebeding kan worden afgesproken. Dat lijkt moeilijk te combineren met de cruciale positie die een bestuurder in een onderneming invult. Een oplossing kan zijn geen arbeidsovereenkomst aan te gaan, maar een managementovereenkomst. Deze dient dan wel te worden opgesteld en uitgevoerd als een opdrachtovereenkomst (bijvoorbeeld geen loonbetaling tijdens ziekte/vakantie). Als alternatief zou toch een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kunnen worden aangegaan, of een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarbij grondig wordt gemotiveerd waarom er in dit specifieke geval toch een concurrentie/relatiebeding kan worden overeengekomen. Maatwerk is dan noodzakelijk.

Per 1 juli 2015 zullen er (meer ingrijpende) wijzigingen in het arbeidsrecht – en met name in het ontslagrecht – worden doorgevoerd. De belangrijkste wijzigingen zullen dan zijn (i) aanpassing van de ketenregeling voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, (ii) hervorming van het ontslagrecht en (iii) invoering van een wettelijk verplichte, lagere ontslagvergoeding.

Als u vragen heeft over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Alf Bungener (bungener@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 10 410 559) of Martijn Burgers (burgers@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 11 388 527).