Boetebeding: voorkom ongeldigheid
Het arbeidsrechtelijke boetebeding is wettelijk geregeld in de artikelen 7:650 en 7:651 van het Burgerlijk Wetboek. Vooral dit laatste artikel wordt veelal over het hoofd gezien door werkgevers bij het opstellen van arbeidsvoorwaarden.
Dit artikel 7:651 BW bepaalt dat de mogelijkheid een boete op te leggen onverlet laat het recht op schadevergoeding op grond van de wet. Echter, een werkgever mag niet ter zake hetzelfde feit boete heffen en schadevergoeding vorderen. Een beding dat strijdig is met het voorgaande (dus ook een geheel boetebeding bij een verkeerde formulering) is ongeldig (nietig).
Kortom, een verkeerde formulering van een boetebeding kan tot gevolg hebben dat in het geheel geen boete verschuldigd is door de werknemer bij overtredingen. De werkgever rest dan weinig anders dan een procedure te starten om overtredingen van afspraken in een arbeidsovereenkomst aan de orde te stellen. Met een geldige afspraak ten aanzien van de boete kan dit veelal worden voorkomen – juist omdat er een preventieve werking uitgaat van een boete.
Van belang is dat het boetebeding uitdrukkelijk vermeldt dat in plaats van de boete ook schadevergoeding kan worden gevorderd. Ter informatie volgt een voorbeeld van een boetebeding in lijn met de wet:
“Indien de werknemer in strijd met de verplichtingen uit hoofde van het bepaalde in artikel [artikel noemen waarop de beperking is gesteld] handelt, zal de werknemer in afwijking van artikel 7:650 leden 3,4 en 5 BW aan de werkgever, zonder dat enige ingebrekestelling is vereist, voor iedere overtreding een boete verbeuren ten bedrage van EUR [boetebedrag noemen],-. In plaats daarvan is de werkgever gerechtigd om volledige schadevergoeding te vorderen.”
Als u vragen heeft over dit onderwerp, dan kunt u contact opnemen met Alf Bungener (bungener@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 10 410 559) of Martijn Burgers (burgers@pactadvocaten.nl, tel. 06 – 11 388 527).